Radio 3FM: digitale themakanalen

De publieke pop- & rock-zender Radio 3FM wil komen met digitale themakanalen in 2006. Dit blijkt uit de meerjarenbegroting en de acties die de NOS in 2006 wil realiseren. Onder de vlag ‘3FM Serious Radio’ is het de bedeoling dat Rock, Live, Hits, Classics en Alternative radiostations voor o.a. internetuitzending worden ontwikkeld. De aankondiging in de meerjarenbegroting is opvallend, aangezien een aantal spelers op Radio 3FM, waaronder de VPRO en BNN inmiddels actief is met een aantal themazenders in genoemde genres.

Voor 2006 heeft de NOS gedefinieerd dat het 10+ marktaandeel met 1 % zal moeten stijgen naar 7,5 %. Hiertoe zal het aandeel gesproken woord worden teruggebracht. Volgens de meerjarenbegroting die onder auspicien van de Raad van Bestuur van de NOS is uitgebracht, is gesproken woord een wegschakel/uitzetmoment voor luisteraars. Met minder gesproken woord denkt de Raad van Bestuur dat luisteraars langer zullen luisteren en kan dit leiden tot hogere luistercijfers. Radio 3FM zal in 2006 eveneens het ‘eigen’ 3FM-Nieuwsbulletin naar het weekend uitbreidden en zal het Nederlands produkt alsmede maatschappelijke ontwikkelingen meer aandacht geven in de programmering.

Radio 4: niet meer op FM?

Radio 4 kan uit de lucht. Tenminste, niet meer uitzenden via FM-etherfrequenties als het aan de Raad van Bestuur van de NOS ligt. De klassieke/culturele radiozender van de landelijke publieke omroep wordt volgens Ruurd Biermans, lid van de Raad van Bestuur voornamelijk via de kabel beluisterd. Biermans zegt dat deze graag ook andere doelgroepen waaronder minderheden en jongeren wil bereiken en daarom overweegt om het FM-pakket van Radio 4 in te zetten voor FunX supported by BNN. Volgens Bierman zal ongetwijfeld een brede discussie in kleine kring protesteren hiertegen, maar volgens de Raad van Bestuur wordt de eigen opdracht (alle groepen bereiken) daarmee beter ingevuld. Daarmee zou in de optiek van Bierman ook de toekomst van een landelijke publieke multiculturele muziekzender verzekerd zijn, gezien de juridische procedures die de Nederlandse Vereniging van Commerciele Radio (NVCR) en haar leden voeren tegen FunX en de Stichting Colorful Radio (onder auspicien waarvan FunX supported by BNN wordt uitgezonden).
Indien Radio 4 van de FM-etherband zou verdwijnen, zou Nederland het enige Europese land worden zonder klassiek/cultureel radiostation, en een van de weinig ontwikkelde landen ter wereld met zo’n situatie. Bij FM-afschakeling zou Radio 4 naast de kabel ook via internet, satelliet, gecodeerde DVB-T-uitzending en DAB beschikbaar blijven. Het idee om Radio 4 van de FM-etherfrequenties te halen is opgenomen in de meerjarenbegroting van de NOS. Middels een ingewikkelde constructie zou mogelijk wel onder de huidige wet op de Radio 4-frequenties FunX worden uitgezonden zonder toestemming van de regering. De Raad van Bestuur zal in de nieuwe situatie van de stelselwijziging, toestemming moeten hebben van de regering om het Radio 4-plan gestalte te kunnen geven binnen een meerjarenplan. In het concessiemeerjarenplan stond overigens ook al het plan om Radio 4 van de FM te halen. Over het voornemen van de NOS om Radio 747AM anders te organiseren, zegt de Raad van Bestuur dat alle mogelijke opties onderzocht worden om efficiency weten te behale; in de meerjarenbegroting is opgenomen dat najaar 2006 een strategisch beraad met omroepdirecties zal plaatsvinden over de ‘prioriteit’ bij radio voor Radio 747AM.

Hendriks & Harding opnieuw in radio: Slam! FM

Ruud Hendriks, Lex Harding en Marcel Dijkhuizen kopen gezamenlijk een meerderheidsbelang van de radiozender Slam! FM. Het trio doet dat via een nieuwe op te richten media-investeringsmaatschappij 2HMedia BV die ook in andere radiostations wil investeren.
Geen van de betrokken partijen wil aangeven hoeveel procent ID&T aan belang zal behouden anders dan een ‘substantieel’ belang. Hoeveel voor het meerderheidsbelang wordt neergeteld willen partijen evenmin melden. De verwachting is dat de transactie op 1 december geëffectueerd zal worden. Lax Harding zegt over de aankoop: “Sinds 1967 had ik iets met radio. Na mijn afscheid als aandeelhouder/commissaris bij Radio 538 (bij de verkoop aan Talpa, red.) begon het te kriebelen” De bedoeling is dat de nieuwe combinatie met Slam! FM een aantal online-radiostations zal opzetten in nichegroepen. Onduidelijk is nog welke thema’s deze radiostations zullen invullen. De investeringsmaatschappij waar Hendriks, Harding en Dijkhuizen elk één derde van bezitten is volgens de initiatiefnemers bezig om in landen die in ontwikkeling zijn, radiostations op te bouwen. Een poging daartoe in China is niet gelukt, maar volgens Ruud Hendriks wordt gekeken naar mogelijkheden in een aantal andere landen buiten de EU. Lex Harding geeft aan dat waar mogelijkheden bestaan nog een ongeclausuleerd radiostation in Nederland te kopen, deze mogelijkheid zal worden aangegrepen. Sky Radio Ltd, is in de optiek van Harding te duur en geen reële mogelijkheid. De derde partner, Marcel Dijkuizen is relatief onbekend in de radiomarkt, maar is eigenaar van Cellusion Films, een produktiebedrijf voor tv- en filmreclame.

Vorige week werd bekend dat de licentielast voor Slam! FM beduidend lager wordt dan eerder voorzien dankzij de uitspraak van de rechter. Slam! FM zal 2,396 miljoen euro terug kunnen verkrijgen, aangezien het éénmalig bedrag niet langer van toepassing is. Op Slam! FM zit nog wel de last van 2,5 miljoen euro voor de licentie, oftewel het biedingsbedrag dat van 2003 tot 2011 geldt. Slam! FM is onderdeel geworden van een door Radio 538 ingezette procedure van Agentschap Telecom (cq. de minister van Economische Zaken) over de definitie van nieuwe muziek. Slam! FM wordt geacht tussen 07 en 19 uur minimaal 95 % muziek uit te zenden waarvan maximaal 7,5 % uit hitlijsten en 50 % muziekprodukties die niet ouder zijn dan één jaar. Lex Harding zegt daar nu over destijds als commissaris geen voorstander te zijn geweest van de ingezette actie door Radio 538. Algemeen 538-directeur Jan Willem Bruggenwirth zette deze in omdat deze van mening is dat Slam! FM oneerlijk zou concurreren met zijn station.

RNW: Radiodag van de Europese culturen

Radio Nederland Wereldomroep (RNW) doet op 16 oktober mee aan de interantionale radiodag van de Europese culturen die de EBU samen met de Prix Europa organiseert. Daarbij worden in heel Europa discussies over de Europese identiteit gevoerd. RNW zal op zondag 16 oktober in De Balie (Amsterdam) een discussiemiddag organiseren met live uitzendingen in het Nederlands, Engels en Spaans in samenwerking met de VRT, Radio Prague, Radio Sweden en enkele regionale Spaanse radiostations. Middels een speciale editie van het Engelstalige programma ‘Euroquest’ zal gedebateerd worden over de rol van publieke omroepen bij migratieproblematiek en integratie: elke subcultuur in eigen taal bedienen of juist in de landstaal bedienen? De onderwerpen voor de Spaanse en Nederlandse uitzending (Hollands Diep) is nog niet bekend. De discussies worden live uitgezonden via de radiokanalen van RWN; op satelliet en internet op resp. RNW 1 (Nederlands), RNW 2 (Engels) en RNW 3 (Spaans). Alhoewel in een flink aantal landen ook de nationale publieke zenders participeren aan de dag, zijn in Nederland de nationale publieke zenders NIET present.

OPTA: onafhankelijke onderzoekers?

COLUMN – De afgelopen week is de onafhankelijke rol van de Onafhankelijke Post & Telecommunicatie Autoriteit uitgebreid onder de aandacht gekomen. De Tweede Kamer riep de OPTA-voorzitter ter verantwoording die daarna met name aandacht vroeg voor het eerste woord van zijn organisatie (Onafhankelijke). De Tweede Kamer wilde niet dat de OPTA (een Zelfstandig Bestuursorgaan) de analyses rondom de omroepdistributiemarkt aan de Europese Commissie zou doorsturen, omdat deze volgens de Tweede Kamer onvoldoende waarborgen kon geven dat op basis hiervan tarieven omlaag zouden kunnen gaan. Met name het idee dat kosten voor de digitalisering van het (laatste deel) van het netwerk mogen worden doorberekend in de tarieven in het standpunt van OPTA, steekt een aantal politieke partijen.

Met name op het punt van de analyse van de satelliet- en DVB-T markt, wordt geen kritiek geleverd. Ten onrechte. Immers op beide markten is telkens één speler actief die deze markt bepaalt. OPTA redeneert – gesteund door onderzoeksbureau Dialogic – vanuit het principe dat satelliet hoofdzakelijk voor kabellozen bedoeld is (buitengebieden) en daarnaast vooral door ‘allochtonen’ wordt gebruikt, en merkt op dat het ontsierende effect satelliet daarnaast bellemmerend werkt en stelt dat satelliet slechts een ‘gering aantal klanten zal winnen’. Dat de werkelijkheid is dat Canal Digitaal Satelliet een redelijk significante klantenstijging weet te realiseren en dat het bedrijf bij monde van directeur/mede-eigenaar Hans Wolfert verwacht naar 1 miljoen klanten te kunnen groeien, ontgaat OPTA, terwijl Dialogic in haar conclusie het succes daarbij afhankelijke maakt van technische applicaties en dan spreekt van verzadiging. Net zoals het OPTA de feitelijke situatie van satellietkijkers ontgaat, die opvallend veel nieuwe aanwas uit kabelgebieden verkrijgt. Opmerkingen als dat satellietkijkers ‘eerder naar alternatieve programma-aanbieders via de satelliet’ zal zoeken, dan dat hij overstapt op de kabel of DVB-T, is even onzinnig als de stellingname dat de doorgifte van rtv-signalen via satelliet transnationaal zou zijn!

DutchMedia nodigt bij deze het OPTA-College uit om zich privé (in Nederland) te abonneren op het Britse Sky Digital, het Franse CanalSat en het Duitse Premiere om maar een aantal EU-satellietaanbieders te noemen. Tevens wil DutchMedia het OPTA-College vragen om officieel vanuit Duitsland of Frankrijk (als men toch op vakantie is), te trachten een Canal Digitaal Satelliet-smartcard te verkrijgen. Dat de satellietboeketten NATIONALE pakketten zijn, is omwille van auteursrechten. En de stellingname dat als je niet tevreden bent over Canal Digitaal Satelliet je ook elders, pak hem beet Talpa of RTL 4 kan ontvangen, slaat als een tang op een varken. Want voor het Nederlandse pakket zenders – waar in ieder geval het overgrote marktaandeel behaald wordt, is iedere satellietkijker aangewezen op die ene aanbieder: Canal Digitaal Satelliet. En die ene aanbieder vraagt dusdanig hoge prijzen voor bijvoorbeeld de aanschaf van een smartcard, dat nader onderzoek op die markt best interessant kan zijn.

Dat de satellietmarkt blijkbaar een lastig fenomeen is voor OPTA, blijkt ook uit het onderzoek van Dialogic. Dialogic is een onderzoeksbureau dat door OPTA is ingehuurd om een nadere scan te maken op de infrastructuurmarkt. Dialogic, alsmede OPTA zullen desgevraagd uiteraard verklaren dat er geen aanleiding is te twijfelen aan de onafhankelijkheid van Dialogic. Dialogic heeft in haar opdrachtgeverslijst een indrukwekkend lijstje aan instellingen opgenomen. KPN, Nozema Services NV, maar ook de kabelkoepelorganisatie VECAI komt voor. Het is merkwaardig dat OPTA niet zelf kennis in huis heeft om een adequate scan van de omroepdistributiemarkt te maken.

Dialogic stelt onomwonden dat het Britse Sky Canal Digitaal Satelliet zou kunnen onvernemen, terwijl geen enkele aanleiding bestaat om aan te nemen dat dit zo is (immers News Corp toonde twee jaar geleden geen interesse voor de Nederlandse satellietmarkt toen Vivendi Universal met veel moeite de activiteit wist af te stoten). Dat satelliet de afgelopen 10 jaar telkens de eerste is met de innovatieve televisie-toepassingen – ook nu met HDTV – ontgaat de onderzoekers. Net zoals de gewoonte van veel satelliethuishoudens om een ingebouwde harddisk aan te schaffen en te gebruiken. Als Dialogic geloofd moet worden, is de groei voorbij en is de markt ‘verzadigiging min of meer bereikt’. Kortom Hans Wolfert, Rene Hagenaars, Cees Bohnnen en Greenfield (de eigenaren van Canal Digitaal Satelliet) weten straks geen nieuwe klanten meer te trekken?

Opvallend uit het onderzoek van Dialogic is ook dat het rondom de kabelsector veelal uitgaan van VECAI-informatie. Logischerwijs is VECAI-informatie gekleurd. Immers het komt van de kabelkoepelorganisatie. En dus zijn niet-VECAI leden als REKAM (goed voor circa 45.000 abonnees) daarbij niet opgenomen. Opvallend is verder dat Dialogic in haar definities er van uitgaat dan een mogelijk serieuze speler op basis van de kabeldiensten er alleen kan komen en serieus genomen moet worden. Kortom tweeweg, video-on-demand, internet, telefoniediensten zouden essentieel zijn in plaats van de infrastructuurfunctionaliteiten en de marktkansen in combinatie met programmarechten. Dat techniek alleen niet zaligmakend is, heeft menig Europees aanbieder al kunnen ondervinden. Kortom het gaat om combinaties van rechten en exploitatiemogelijkheden, maar zo niet volgens Dialogic. Dat pay-per-view via DVB-T mogelijk is (met bijv. Eredivisie-voetbal), dat multimedialiteit ook heel goed via satelliet kan (voorbeelden in Frankrijk/Verenigd Koninkrijk) en dat de overgrote meerderheid van de Nederlandse kabelhuishoudens vooralsnog geen multimedialiteit en interactie bij de digitale televisiepakketten kunnen afnemen is niet te lezen in het rapport.

De UPC-visie domineert het rapport enigszins. Door als onafhankelijk onderzoeksbureau bovendien de digitaliseringsverwachten op basis van met name een studie die (anoniem) geinterviewden zelf gebruiken (zonder verantwoording), onthult dit de objectieve (of het gerek eraan) geloofwaardigheid van de studie enigszins. Immers waarom wordt deze en niet andere studies gebruikt anders dan te verwijzen naar de geinterviewden (kabelaars?) die dat uiteraard als eigen verwachting presenteren. Bovendien worden steeds andere getallen voor het kabelpercentage aangehouden. Dat Dialogic bovendien zelf concludeert dat het prijsniveau als laaggeprijsd kan worden beschouwd, terwijl in de maatschappij een andere mening waarneembaar is, is vreemd. Bovendien is de Nederlandse kabel uitgaand van de functie die het primair heeft: ontvangst van reguliere radio en televisiesignalen, duur. Immers, waar in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de reguliere tv-zenders altijd gratis te ontvangen zijn (in de ether of via DVB-T), is de ontvangstprijs 0 euro per maand. Bovendien is de prijs rond 15 euro objectief gezien vergeleken met het enige vergelijkbare land wat kabeldichtheid betreft (België), beduidend hoger. De kabelsector kan zich in ieder geval troosten met de gedachte dat Dialogic voor OPTA een versnippering van de interne kabelmarkt voorstelt voor de komende jaren. Analoog en digitaal. Dat deze nog steeds (opgeteld) de dominante positie van de kabelaars weergeeft, is dan wellicht secundair?

De opmerking in het Dialogic-rapport dat free-to-air DVB-T ‘in wezen verlieslatend is’ en geen ‘business case’ toelaat, toont het onbegrip aan van Dialogic voor andere marktsituaties. In een zeer groot deel van Europa is televisie – net als radio – een activiteit waarbij men de signalen per antenne ontvangt. Dan betaalt de zender dus de uitzendingen om naar de kijker te worden gebracht en verdient dat bij generalistische televisie terug met reclame. Dat het free-to-air model alleen met publieke middelen te financieren zou zijn, is dan ook onzinnig. Immers in markten waarbij analoge zenders vervangen kunnen worden door digitale zenders, kunnen ook nieuwe kansen ontstaan. Immers voor één zender zijn de uitzendkosten lager ten opzichte van analoog, en er kunnen nieuwe zenders opgestart worden of bijvoorbeeld pay-per-view modellen gebruikt worden en nieuwe multimedia-toepassingen ontstaan (Italië). Kortom op basis hiervan conclusies trekken, is vreemd. Bovendien blijkt de Nederlandse verbazing over free to air modellen. Dat publieke zenders in heel Europa Free-to-Air uitzenden is een logica. Immers als je belasting betaalt, behoor je de zenders ook vrij te kunnen ontvangen, maar misschien niet voor Nederlanders?

Kortom met deze kwesties is aangetoond dat Dialogic en OPTA buiten de markt van de kabelsector soms weinig kaas hebben gegeten van de markt voor digitale ether en digitale satelliet. De vraag komt dan ook op waarom OPTA voor een vermoedelijk hoog bedrag zich een vals beeld laat voorspiegelen van een markt, waarvan ze zelf de kennis in huis hoort te hebben. Hoe anders weten beleidsmakers in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland hoe deze markten wel functioneren?
De benaderwijze van overheden, publieke omroepen en toezichthouders tonen aan dat de visie beduidend objectiver en feitelijk beter is in deze landen, ook al is de percentuele afneme niet per se dominant!

Nieuwtjes uit antwoorden…

Uit de antwoorden van Staatssecretaris Medy van der Laan op kamervragen is een aantal nieuwtjes opgenomen. Een kort overzicht.

– De Raad van Toezicht van de NOS bestaat sinds 1 september uit vier leden. Het zijn vier kroonleden uit de oude Raad van Toezicht. Wettelijk gezien zou deze sinds 1 september jl. uit 7 leden behoren te bestaan die door de ‘kroon’ (koningin + minister) worden benoemd. Zoals bekend heeft staatssecretaris Van der Laan een adviescommissie ingesteld (met o.a. de VRT televisiedirecteur) om samen met een extern wervingsbureau leden voor de Raad van Toezicht te laten voordragen. Zodra de benoeming van kracht wordt, treden de huidige leden terug. De vier leden zijn Febe Deug, D. Kuiper, Ferry Houterman en Eberhart van der Laan.

– Alhoewel staatssecretaris Medy van der Laan tijdens het omroepcongres aan heeft gegeven na te zullen denken over een geleidelijkere afbouw van de NPS, stelt deze in de antwoorden op de kamervragen dat deze op grond van de statuten de Nederlandse Programma Stichting zal (doen) ontbinden met ingang van de wetswijziging in 2008.

– Staatssecretaris Van der Laan zal per 2006 middels een Algemene Maatregel van Bestuur alle commerciële omroepen die een Nederlandse uitzendlicentie hebben (en zich op Nederland richten) verplichten om ondertiteling voor doven- en slechthorenden uit te zenden. De staatssecretaris meldde dat vanuit de mediabegroting er geen middelen zijn om de kosten te vergoeden. Die ksoten zijn volgens de staatssecretaris ‘een paar procent van de kosten’. Aangezien RTL 4, RTL 5 en RTL 7 onder de Luxemburgse mediawet vallen, geldt deze verplichting niet voor dit Luxemburgs trio, maar zal dit met name voor SBS 6, Net 5, Veronica en Talpa een rol gaan spelen.

– De regering houdt het laatste woord over het meerjarenbeleid van de publieke landelijke omroep. Uit de beantwoording van de staatssecretaris van media & cultuur blijkt dat de regering de NOS geen ‘volledig blanco cheque’ geeft. Elke vijf jaar zal op voorstel van de NOS een ‘pakket van algemene en gespecialiseerde zenders worden bepaald’, aldus de staatssecretaris, waarbij een onderbouwing moet worden gegeven op welke wijze dit ‘bijdraagt aan de uitvoering van de publieke omroep’. In de voorstellen van de staatssecretaris zal voor de publieke zenders het onderscheid tussen hoofdtaakzenders (Nederland 1/2/3 en Radio 1-2-3FM-4-747AM) en neventaken (ConcertZender, FunX e.d.) verdwijnen. Met name de VVD maakt zich zorgen over mogelijke concurrentievervalsing. De staatssecretaris stelt in haar beantwoording op vragen dat “gespecialiseerd aanbod voor doelgroepen ter uitvoering van de taakopdracht altijd een publieke functie zal moeten hebben.” Hierop zal ook het Commissariaat voor de Media moeten blijven toezien.

– De staatssecretaris voor Cultuur & Media zegt te ‘bezien’ of aanpassing noodzakelijk is van wet- en regelgeving voor een gelijk speelveld tussen de commerciële Luxemburgse en Nederlandse zenders. Met dit antwoord geeft Medy van der Laan uitleg aan de vraag van de VVD om de wetgeving rondom reclame in Nederland op het Luxemburgse niveau te verruimen. Zoals bekend heeft Luxemburg – in tegenstelling tot alle andere EU-landen nauwelijks eigen regelgeving, kent het geen sanctieprocedures en heeft nauwelijks toezicht op de eigen zenders. Vermoedelijk om deze redenen zijn RTL 4, RTL 5 en RTL 7 geen Nederlandse, maar Luxemburgse zenders. Deze kunnen ten opzichte van de Nederlandse zendergroepen (Talpa en SBS Broadcasting BV) profiteren van een vrij regime, waarbij deze zenders wel onder een sanctieprocedures vallen.

– Voor de commerciële activiteiten van de publieke omroepen waarvan de mogelijkheden per 2008 worden verruimt, wijst de staatssecretaris op de Europese Commissie die als uitgangspunten heeft dat publieke middelen alleen vor de publieke taak mogen worden ingezet en dat de niet-publieke activiteiten los moeten staan van de commerciële activiteiten. De vrees van sommige commerciele omroepen (met name SBS Broadcasting BV) is dat de publieke omroeporganisaties oneigenlijk zullen concurreren met de commerciële omroepen.

De complete lijst met antwoorden op vragen is te vinden via deze link

VVD vecht AVRO/Casema kanalen aan

VVD-tweedekamerlid Fadime Örgü wil dat niemand mag worden uitgesloten van digitale themakanalen die publieke omroepen ontwikkelen. Dit stelde het kamerlid in reactie op de aankondiging van de AVRO dat het themakanaal AVRO Dier & Natuur TV later deze maand exclusief voor AVRO-leden in het Casemagebied voor digitale AVRO/Casema-abonnees beschikbaar zal worden gesteld. Overigens stelde een woordvoerder van de Raad van Bestuur van de NOS dat deze AVRO-activiteiten als verenigingsactiviteiten worden gezien en deze geen zeggenschap heeft daarover.

Volgens Örgü mogen met gemeenschapsgeld gemaakte en verworven beelden niet alleen voor leden van een omroepvereniging beschikbaar worden gesteld. De VVD-mediawoordvoerster heeft media-staatssecretaris daarover om opheldering gevraagd.

Kees Tukker, hoofd informatie van de AVRO zegt in een toelichting dat de AVRO de auteursrechthebbende is over de beelden en aldus het recht heeft om themakanalen exclusief voor de eigen leden uit te zenden. De AVRO denkt dat hiermee de binding tussen lid en de AVRO versterkt kan worden. Tukker wijst er overigens wel op dat het kanaal op internet voor internet toegankelijk is en de programma’s al via reguliere uitzending op Nederland 1/2/3 te zien zijn geweest. De AVRO hermonteert voor de themakanalen de produkties tot kortere items. Dat geldt ook voor het internet-kanaal AVRO Museum TV. Op internet biedt de AVRO daarbij de programma’s ook op aanvraag. De programma’s worden in carousselvorm uitgezonden. Volgens het hoofd informatie kijkt de AVRO ook naar samenwerking met de andere themakanalen (zoals /Geschiedenis en HollandDoc) van de publieke landelijke omroep en wil de omroep niet alleen eigen kanalen ontwikkelen. De bedoeling is dat AVRO Dier en Natuur TV vanaf medio oktober voor AVRO-leden in het Casema-gebied via het digitale Casema-platform te zien is. Andere grote kabelaars zoals UPC en Essent Kabelcom staan niet afwijzend tegenover het voor een beperkt deel van hun abonnees uitzenden van een digitaal kanaal van een publieke omroep.

RTL vlucht opnieuw naar Luxemburg, vanuit Belgie!

RTL-TVi en Club RTL, twee van de drie Franstalig Belgische zenders die deel uitmaken van SA TVi kiezen voor uitsluitend een Luxemburgse uitzendlicentie. SA TVi is voor 66 % in handen van RTL Group die in Nederland o.a. RTL 4, RTL 5 en RTL 7 volledig bezit. Deze zenders zijn eveneens formeel ‘Luxemburgse’ zenders. In augustus verruilde RTL Nederland voor haar derde zender haar Nederlandse licentie voor een Luxemburgse licentie.

In het geval van Franstalig België hebben RTL-TVi en Club RTL zowel een Luxemburgse, als Franstalig Belgische licentie hebben. Eind van dit jaar loopt de Franstalig Belgische licentie af. Deze Franstalig Belgische licentie zorgde voor de betrokkenheid met Belgie van beide zenders. Ten tijde van de eerste licentie-afgifte maakte die het in 1987 mogelijk om op de kabel te komen met een specifiek Franstalig Belgische zender in ruil voor investeringen in de filmindustrie en de afspraak zich te houden aan de Belgisch Franstalige regelgeving.

Aangezien Luxemburg nauwelijks controle uitoefent op de door haar gelicenceerde zenders om de (Europese) regelgeving te laten naleven, geen sanctieprocedures kent en de Europese wetgeving nagenoeg één-op-één toepast met nauwelijks nationale invulling, maar wel een (overheids)protectiesysteem voor RTL Group toepast, is het voor RTL-zenders een ideale uitvalsbasis. Het beursgenoteerde RTL Group is voor 90,4 % in handen van het Duitse Bertelsmann AG.

De Nederlandse mediastaatssecretaris Medy van der Laan (D66) kondigde enige maanden geleden aan actie te zullen ondernemen tegenover de Luxemburgse minister-president Juncker die media in zijn portefeuille heeft. Hierna is het stil geworden. Fadila Laanan (PS), de minister van cultuur & media in Franstalig België kondigde een wat feller beleid af. Volgens een verklaring gaat het hier om een essentiele wijziging van het medialandschap die ‘bijpassende maatregelen’ vragen. Net als in Nederland hoeven de RTL-zenders in Franstalig Belgie zich bijvoorbeeld niet te houden aan de nationale afspraken rondom programma’s voor minderjarigen (in Nederland kijkwijzer, in Franstalig België een signalatie-systeem) en reclameregels. Daarnaast hoeft RTL zich in Belgie niets aan te trekken rondom afspraken rondom de investering in Belgische produkties. Laanan kijkt naar de mogelijkheden en de geldigheid van de licentie van de derde Franstalige RTL-zender PlugTV, die niet naar Luxemburg wordt overgeheveld. De minister zegt ook juridische maatregelen te overwegen en refereert naar de Europese Unie waar deze kwestie aan de orde is gesteld. Gezien de opstelling van Laanan is het waarschijnlijk dat de Franstalig Belgische regering uiteindelijk de Luxemburgse staat zal dagen omdat RTL-TVi en Club RTL zich uitsluitend op Franstalig Belgie richten en weigert een licentie aan te vragen. In Nederland heeft de Nederlandse regering na de procedures bij de Raad van State nooit Luxemburg durven dagen en zijn tot nu toe procedures rondom de kwestie RTL 7/Yorin uitgebleven.