PvdA-minister Ronald Plasterk wil programmaraden inruilen voor nieuw model ‘klantenraden’

PvdA-minister Ronald Plasterk heeft gister in een brief aan de Tweede Kamer een nieuw plan neergelegd bij de Tweede Kamer voor de afschaffing van programmaraden en de introductie van ‘klantenraden’. In de optiek is de invloed van programmaraden door een uitspraak van de Raad van State ‘beperkt’. Die uitspraak bepaalde dat als tv- of radiozenders een overeenkomst sluiten met kabelaars om alleen buiten het officiele basispakket te mogen worden uitgezonden, programmaraden de beschikbaarheid van zenders voor het basispakket niet mogen afdwingen. Volgens de minister wordt de consumenteninvloed met de programmaraden onvoldoende gegarandeerd, zijn procedures omslachtig en is er kritiek vanuit de Europese Commissie. Programmaraden kunnen (wettelijk) praktisch alleen adviseren over maximaal 8 analoog door te geven televisiezenders en 16 analoog door te geven radiozenders, indien deze zenders zich beschikbaar stellen.

Met name de grootste kabelaar van Nederland, Ziggo, is sinds haar ontstaan (evenals haar voorgangers Casema, Multikabel en @Home) in een eindeloze juridische strijd verwikkeld met programmaraden aangezien deze de ‘oorlog’ heeft verklaard aan de programmaraden en praktisch categorisch weigert adviezen uit te voeren, tenzij de hoogste rechter van Nederland (De raad van state) dit zou afdwingen met (hoge) dwangsommen. Procedures daartoe duren echter eindeloos lang.

Doelstelling van het regeringsbeleid is nog steeds om op de dominante infrastructuur voor televisie-ontvangst (79,4 % van de Nederlandse huishoudens ontvangt televisie via de kabel, aldus TNO) vormen van consumenteninvloed te hebben. Dit dient volgens de PvdA-minister het doel een ‘pluriform en betaalbaar programmapakket’ die van belang is voor het ‘democratisch functioneren van de samenleving’. Overigens zijn de tarieven van kabelaars in de brief van Plasterk onbesproken. Deze is voor meer dan 5,36 miljoen kabelklanten ofwel minimaal 16,25 euro, respectievelijk 16,70 per maand.

Klantenraden en marktonderzoek

Met de afschaffing van programmaraden wil de minister komen tot ‘klantenraden’. Deze zal niet langer door een volksvertegenwoordigend orgaan worden ingesteld en benoemd (thans gemeenteraden), maar door kabelaars. Het Commissariaat voor de Media zal vervolgens moeten toezich op ‘onafhankelijkheid’ en ‘zodanig zijn samengesteld dat zij volwaardige gesprekspartners voor de kabelexploitanten vormen’. De mediawet-toezichthouder krijgt als het aan de minister ligt, in plaats van het parlement daarbij de rol toebedeeld daar nadere regels over te maken. Of en in welke mate representativiteit en regionaal-gebondenheid een rol speelt, wordt niet nader ingeuld door de minister anders dan dat er meer dan één klantenraad dient te bestaan. Praktisch bedient Ziggo bijvoorbeeld met 3,2 miljoen huishoudens alle Nederlandse provincies behoudens Zeeland.

Kabelaars zullen ‘onafhankelijk representatief’ (geregionaliseerd) onderzoek moeten doen naar de voorkeuren van hun kabelabonnees, op geregionaliseerd niveau. Op welke wijze de regionalisering moet blijken, laat de minister in het midden. Deze cijfers – die openbaar zullen moeten worden – zullen daarbij door de Stichting Kijkonderzoek worden gevalideerd. Deze stichting is al verantwoordelijk voor het branchebreed erkende continue kijkondezoek dat door IntomartGFK wordt uitgevoerd.

Op basis van de kijkcfijers dienen vervolgens in principe 15 analoge tv-zenders en 30 ‘vrij toegankelijke’ digitale tv-zenders te worden ingevuld op de kabel in het standaardpakket. Kabelaars mogen daarbij afwijken van het marktonderzoek indien daarbij motivaties voor bestaan en aan de klantenraden wordt verantwoord.  De klantenraden mogen gemotiveerd twee analoge en twee digitale televisie-zenders aanwijzen als bindend advies. Die zijn volgens de minister bedoeld voor o.a. ‘kleinere publieksgroepen, nieuwkomers en regionale voorkeuren’.

Het Commissariaat voor de Media krijgt naast een toezichthoudende rol (die ze al heeft bij de huidige programmaraden), extra bevoegdheden. Zo krijgt ze ook het toezicht op het marktonderzoek (‘onafhankelijk en gerenommeerd’), een voor de kabelraden en kabelaars informatieve rol, alsmede de mogelijkheid om kabelaars bij ‘onvolkomenheden’ programmacategoriën op te leggen. Dit is door de minsiter genoemd als mogelijkheid als het model ‘onvolkomenheden’ zou omvatten en op onderdelen ‘tekort schiet’.  De minister noemt daarbij Engelstalige, Franstalige, Duitstalige publieke zenders, maar ook Nederlandstalig commercieel algemeen, een kinderzender en muziekzender als voorbeelden. Minister gaat uit van een goede mix van Nederlandse en buitenlandse publieke en commerciele kanalen.

Opvallend is dat de minister van mening is dat voor het radio-aanbod omdat er ‘geen problemen’ zouden bestaan geen regels gaan gelden indien kabelaars 35 of meer radiozenders en/of 45 of meer digitale kanalen aanbiedt. Een opvallende stellingname, aangezien er de afgelopen jaren ook op radiovlak de nodige procedures zijn geweest.

DVB-T: vooralsnog geen verplichtingen, tenzij ‘significant’….

Voor de digitale ether (DVB-T) zullen er vooralsnog geen verplichtingen worden opgelegd, tenzij de infrastructuurgebruikers een ‘significant’ aantal huishoudens bedienen. Praktisch komt het er op neer dat Digitenne van KPN, als exclusieve gebruiker van de commerciële etheruitzendlicentie (tot 2017 onherroepelijk afgegeven) daarmee gevrijwaard is, tenzij het meer dan 50 % van de Nederlandse huishoudens als klant verkrijgt. De Tweede Kamer had in meerderheid opgeroepen tot de instelling van een programmaraad voor Digitenne van KPN. Volgens de minister kan het alleen in het kader van Europese regelgeving in de ‘significante’ vorm. Voor het satellietaanbod zal er geen regulering komen omdat ‘de satelliet in buitenlandse handen is’. Mogelijk doelt de minister op M7 Group SA (als dochter van het in Nederland gevestigde CDS Cooperatieve) die vanuit Luxemburg actief is met Canal Digitaal.

Overigens blijven de mustcarryregels voor de verplichte uitzending van de publieke Nederlandse Vlaamse hoofd- radio en televisiezenders in het analoge én digitale domein bestaan.

De invoering van de nieuwe modellen vergt een wetswijziging; invoering van het model zal aldus de steun van (een meerderheid in) het parlement behoeven en zal daarom – indien deze steun verkregen wordt – waarschijnlijk minstens een jaar duren.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *