De verzelfstandiging van NOS-RTV, het verantwoordelijke onderdeel van de Nederlandse Omroep Stichting dat nieuws, sport, teletekst en evementenuitzendingen maakt is een onzinnig plan. PvdA-minister Plasterk wil dit onderdeel verzelfstandigen omdat in zijn optiek daarmee de publieke landelijke omroep beter geordend zou zijn. En aldus creëert Plasterk bewust meer bureaucratie, maar maakt Plasterk het ook mogelijk voor toekomstige minsiters van media, politiek directere invloed te verkrijgen op de NOS-RTV uitzendingen. Immers als een gepland model van ministeriele benoeming op bestuursniveau doorgaat, van een bestuur dat zich exclusief met de taken van NOS-RTV bezig zal moeten houden, kan de verleiding van ministers groter worden om politieke ‘vrienden’ daarin te benoemen. Sporen van politieke benoemingen zijn algemeen bekend in het publieke omroeplandschap, terwijl dit ‘officieel’ uiteraard niet aan de orde is.
De uitzendingen van NOS Studio Sport, NOS Journaal en de evementen die de NOS kan brengen, stammen in feite uit het aloude verzuilde systeem van omroepverenigingen die in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw is ontstaan. Tot 1995 waren ook uitzendingen van culturele aard, alsmede minderheden en een aantal andere taken ondergebracht bij de NOS als zijnde de ‘gezamenlijke taken’ die dan niet bij omroepverenigingen thuishoren. Maar die taken van de NPS zouden en moesten worden verzelfstandigd. Destijds officieel omdat de politiek niet wilde dat voorzitters van omroepverenigingen zich via de NOS-besturen daarmee bezig zouden behoren te houden. Echter, voorzitters van omroepverenigingen zetelen niet meer in de Raad van Toezicht van de NOS en daarmee is hun invloed weg bij de NOS. De ironie wil dat vooral de NPS de afgelopen jaren politieke kopstukken als voorzitters heeft gekend. Tot voor kort Roger van Boxtel (D66) en sinds kort Gerd Leers (CDA).
Thans is het zo dat NOS-RTV een afdeling is van de Nederlandse Omroep Stichting. De Raad van Bestuur van de NOS is wettelijk verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding, Gerard Dielessen is wettelijk gezien een ‘programmadirecteur’ met gedelegeerde taken. NOS-RTV is zichzelf met alleen de programmatische taken voor nieuws, sport, teletekst en evementen aan het optuigen als organisatie met bijbehorende leidinggevenden die allerlei afdelingen zou behoren te hebben om een volwaardig bedrijf te zijn. De afgelopen 13 jaar is doordat de NOS alleen deze taken had, de hoeveelheid aan met name sportuitzendingen en de inzet van de publieke omroep daarvoor exponentieel toegenomen. Opvallend genoeg moet daarbij nieuws veelal het onderspit delven ten faveure van de sport. Voorbeeld is hoe ook deze weken op Radio 1 actualiteiten voor sport moet wijken en hoe ook op televisie dit veelvuldig het geval is: sportnieuws in het NOS Journaal is eerder regel dan uitzondering deze zomer, naast de talloze sportuizendingen van diezelfde NOS. De ‘superhoofdredacteur’ Hans Laroes die over alle journalistieke nieuwsactiviteiten de leiding heeft, heeft de lijn uitgezet dat zijn organisatie niet zozeer verslag moet doen van hetgeen in de wereld aan feiten speelt, maar eerder de lijn uitgezet dat de NOS de taak zou hebben om ‘uit te leggen’ wat er gebeurd en nieuws inzichtelijk te maken. Dat lijkt een subtiel verschil, maar is uiteindelijk een enorm verschil in de uitwerking van hoe nieuws te brengen. Een uitleg over pak hem beet energieprijsvergelijkingen of wat een uitkeringsituatie nu wel of niet betekent is hoe interessant ze ook kunnen zijn, geen weergave van nieuwsfeiten. In het politieke seizoen grossieert het NOS Journaal met een bijna dagelijkse weergeve van slechts een selecte groep politici (de ene keer links de andere keer rechts), om vervolgens niet de mening van een afdoende breed politiek spectrum weer te geven, om dat nieuws tot ojectiveerbaar nieuwsfeit te laten zijn. Bekend zijn de ‘plannen’ van bepaalde politieke partijen die als nieuws worden gebracht. Bovendien investeert de NOS in de doorgaande versimpeling van het nieuws (door sommigen gezien als verkleutering) op zowel Radio 3FM als Nederland 3, in haar drang ‘publiek’ te bereiken, ongeacht de kwaliteit van hetgeen ze brengt.
Bij een verzelfstandiging is te verwachten dat kosten, noch moeite gespaard zullen worden om die lijnen door te zetten, maar dan met een eigen zelfstandige ‘rechtvaardiging’. De vraag is of voor het verder profileren van een losse organisatie binnen het publieke bestel, het publiek doel wordt gediend.
De Hilversumse publieke omroepsector is zeer goed in het bureaucratiseren van haar systeem en dat dankzij de wetgever (parlement en regering). De omroepverenigingen die publieke financiering verkrijgen om publieke omroep te kunnen zijn, kennen al een behoorlijke dosis bureaucratie die in geen ander Europees land bij de publieke omroep op deze wijze voorkomt. Het argument dat Nederland goedkoop zou zijn bij haar publieke omroepstelsel, wordt altijd opgevoerd, maar of dat ook efficiency en effectiviteit omhelst is een andere vraag: waar elke omroepvereniging haar eigen marketingafdeling heeft, haar eigen communicatie-afdeling, haar eigen directeuren en mangement, alsmede al dan niet te huren gebouwen, is dat niet te vinden in andere landen. Netzomin als dat de ratio het verliest van vreemde omrepverenigingenpolitiek als het bijvoorbeeld gaat om de keuze van de invulling bij themazenders (omroepverenigingen moeten ‘te vriend’ worden gehouden). Bovendien wordt in internationale vergelijkingen bijna nooit de publieke lokale en regionale omroep meegerekend, taken die in veel landen ofwel niet afzonderlijk bestaan ofwel geintegreerd zijn bij de nationale publieke omroep.
Wetende dat de financiering van de publieke omroepverenigingen voor de komende jaren verzekerd is zolang CDA en PvdA in Nederland in de regering zetelen, zal dat stelsel de komende tijd niet worden gewijzigd. Wat echter onbegrijpelijk is, is een plan tot meer bureaucratie van de auteur van het PvdA-verkiezingsprogramma. Je zou eerder een omgekeerde beweging verwachten.
De voormalig D66-staatssecretaris Medy van der Laan kwam zelf met een plan tot reorganisatie van publieke omroep waarvan ze ongeveer de laatste politica was die daar echt achter stond. Het was een halfbakken compromisplan die tussen toenmalig coalitiepartijen was uitgeruild, waar niemand zin in hand. Opvallend genoeg steunde het CDA dat eerst om nu een heel andere koers te varen in haar omroepbeleid.
Nederland kent naast NOS-RTV en de NPS ook Educom die verantwoordelijk is voor uitzendingen van Teleac/NOT en RVU. Laatstgenoemde kennen dan weer hun eigen organisatie met ook weer besturen, directies en programmaraden. Educom kent dan ook weer een eigen bestuur en programmaraad. Naast een bestuur en directie kent ook de NPS een programmaraad. Plasterk heeft gesteld bij zijn aantreden de media niet te willen revolutionaliseren. Als Plasterk daadwerkelijk tot een heldere visie zou willen komen dit advies.
Richt één taakorganisatie (onder de naam NOS-Content) op die de niet-ledengebonden taken van NOS-RTV, NPS en Educom onder haar hoede neemt. Fuseer de bedrijven tot één bedrijf die sport, nieuws, educatie, cultuur, multiculturele produkties tot kerngebied heeft, met verschillende afdelingen. Maar wel vallend onder de Raad van Bestuur van de Nederlandse Omroep Stichting. En met één programmaraad uit de verschillende disciplines. En met een duidelijk charter die wettelijk wordt verankerd, met duidelijke verplichtingen die afdwingbaar zijn opgenomen in de Mediawet, waarbij het Commissariaat voor de Media de toezichthoudernde taak heeft. Alsmede ook duidelijke verantwoordingsplichten die transparant moeten worden gecommuniceerd. Als dit zou gebeuren, zou het nieuwe bedrijf acuut geld over houden aangezien allerlei dubbelfuncties komen te vervallen. Als elke publieke omroeporganisatie in Europa in staat is de genoemde disciplines in één organisatie te kunnen herbergen, waarom zou Nederland dat dan niet kunnen?
David de Jong
N.B. Dit artikel is een column met een mening; geen journalistiek artikel