COLUMN – Journalisten binnen de publieke landelijke omroep van met name de KRO, AVRO en NCRV, maar ook de VARA misbruiken hun eigen positie. Zoals vaker met onderwerpen die omroep en media aangaan, zijn de publieke journalistieke rubrieken niet in staat objectief en volgens journalistieke kriteria bericht te doen van hetgeen speelt binnen medialand. Zo ook vandaag. Zonder vermelding van (gelegitimeerde) vakbondsactie heeft KRO Netwerk een propagandistische éénzijdige reportage uitgezonden waarna de presentator wegliep en tijdens de rest van de uitzending lege stoelen te zien waren. De lege stoelen waren voor de staatssecretaris Medy van der Laan (Media, D66) en Harm Bruins Slot (Voorzitter Raad van Bestuur NOS) bedoeld. Bruins Slot verklaarde dat deze echter nooit een uitnodiging te hebben verkregen, ondanks de woorden van KRO Netwerk. Dit alles heeft niets met actievoeren te maken, maar meer met misleiding, éénzijdig informeren van het publiek en misbruik maken van publieke gelden, alsmede misbruik van de uitzendtijd van het televisieprogramma. Als omroepmedewerkers van mening zijn daadwerkelijk in georganiseerd verband te willen staken, is het logisch dat ze dat – net als in andere landen waar dat gebeurt (denk aan Franstalig België of Italië) middels de vakbond doen. En niet middels georkestreerde propaganda-uitzendingen, maar middels een korte mededeling/verklaring waarom men staakt, waarna de actualiteitenrubriek haar uitzending onmiddelijk beëindigt, en andere programma’s eerder beginnen.
Wellicht is het de programmamakers ontgaan dat per 1 september jl. een wetswijziging van kracht is geworden, waarvan zij overigens zelf veelal geen kennis van hebben, laat staan melding maken (!). Deze wetswijziging betekent dat de Raad van Bestuur van de NOS gemachtigd is om programmaschema’s naar eigen inzicht te programmeren, waarbij de Raad van Toezicht voortaan door de staatssecretaris wordt benoemd, terwijl omroepen er geen zitting meer in hebben. De financiële situatie van de Nederlandse landelijke publieke omroepsector gecombineerd met de afhankelijkheid van de reclame binnen de publiek omroepen en de weigering van de regering te compenseren, betekent dat er iets drastisch moet veranderen. Curieus is dat de Raad van Bestuur van de NOS beweert dat ook zonder reclame deze ingrepen noodzakelijk zijn om publieke legitimiteit te behouden voor afdoende kijkerspubliek.
Dat omroepverenigingen en hun medewerkers zich voor het karretje laten spannen voor de eigen allang achterhaalde zuilenpolitiek is tot daaraantoe, maar dat ze daarvoor de eigen uitzending misbruiken zonder officiele vakbondsactie, is vreemd. Indien krantenjournalisten zich zo zouden gedragen, zouden ze vermoedelijk ontslagen worden. Onlangs waren wilde stakende brandweerlieden uit Amsterdam in het nieuws waarvan het salaris is ingehouden om die reden. Als het omroepmedewerkers echt om het publieke bestel zou gaan, zouden ze zich ten eerste beter laten informeren en gericht trachten duidelijkheid te verkrijgen over de publieke waarden. De kwetsbaarheid zit niet bij een verzuilde actualiteitenrubriek of het programma van Paul de Leeuw of het enkele maanden bestaande ‘De Wereld draait door’, maar eerder bij cultureel/journalistieke programma’s zoals die nu veelal laat op de avond op Nederland 3 te zien zijn alsmede te horen op Radio 1, 4 en 747.