Opvallend hoe de tijdelijke sportzender van de VRT blijkbaar in de kabelsector tot een succesvolle lobby heeft geleid die binnen twee maanden de wet heeft zien wijzigen.
Wat is er aan de hand? Volgens de letter van de wet dienden alle VRT televisiezenders als ‘must carry’ verplicht op de kabel te worden doorgegeven. Nadat deze weblog dit openbaarde en andere media dit oppakten, kabelaars (VECAI) en sommige zenders hun wenkbrauwen fronsden bij de ontdekking dat de tijdelijke VRT Sportzender verplicht op de kabel moest, is blijkbaar een zeer succesvolle lobby ingezet die tot wijziging van de wet heeft geleid.
Op 22 januari 2004 is immers een gewijzigd voorstel tot wet door de Tweede Kamer nog dezelfde dag als hamerstuk aangenomen. Dit is gebeurd bij de behandeling van de verlaging van de omroepbijdrage voor de NOS, oftewel de bezuinigingen op de publieke omroepsector. Op 17 februari werd het gewijzigd wetsvoorstel door de Eerste Kamer zonder stemming aangenomen.
Gevolg is dat voortaan TWEE tv-zenders van de VRT must carry zijn. Kortom de VRT Sportzender is GEEN automatische mustcarryzender meer, waarmee discussie over verplichte doorgifte niet meer aan de orde is- ook al zou theoretisch een programmaraad de VRT-zender als mustcarry kunnen aanwijzen. Het interessante is dat er programmaraden zijn die dit hebben gedaan – althans als onderdeel van de eerste 15 zenders waarover ze een bindend advies geven. Naar verluid wil de VRT de tijdelijke sportzender overigens NIET in Nederland doorgeven omdat ze de discussie over rechten niet wil voeren, en de NOS niet wil beconcurreren (VRT is reclameloos).